Wie in goud wil investeren, heeft de keuze tussen fysieke metalen, afgeleide producten als trackers (al dan niet fysiek gedekt), hefboomproducten en ten slotte ook goudmijnaandelen. Beleggers die zich tot de laatste categorie laten verleiden, moeten beseffen dat er geen één-op-één relatie bestaat tussen de goudprijs en de koersprestatie van de mijnaandelen.
De prestatie van de goudmijnen bleef het voorbije jaar lang achter op de klim van de goudprijs, maar de voorbije weken hebben de aandelen die achterstand grotendeels goedgemaakt. Toch is het rendementsverschil over een langere periode nog steeds groot. De GDX, of Van Eck Gold Miners index, is wereldwijd samen met de NYSE Arca Gold Bugs index (HUI) de meest gevolgde index van goudmijnaandelen.
De GDX, die op dit moment aandelen van 58 gouddelvers bevat, startte in het voorjaar van 2006 en is een uitstekend vergelijkingspunt omdat rond die periode ook de hausse van de goudprijs begon. Het rendement van GDX sinds 2006 over een periode van 18,5 jaar bedraagt een schamele 3,1%. De goudmijnindustrie is een heel kapitaalintensieve omgeving met bijgevolg ook veel kapitaalvernietiging door investeringen die uiteindelijk nooit tot een producerende mijn uitgroeiden. Daarnaast was er in bepaalde periodes ook veel vernietiging van waarde door mislukte fusies en overnames.
Fysiek goud, gemeten via de prestatie van de SPDR Gold Shares fysieke goud ETF (GLD), kan over dezelfde periode een rendement van 282,2% voorleggen of bijna een verviervoudiging van de prijs.
Dit zijn nominale rendementen, zonder rekening te houden met inflatie. Wie in een korf mijn-aandelen belegt via een ETF of een fysieke goudtracker moet ook rekening houden met een jaarlijkse beheerskost. Het werkelijke rendementsverschil met fysiek goud in eigen beheer (dus geen ETF) ligt dus nog hoger, al kunnen er ook voor fysiek goud opslagkosten van toepassing zijn. Dit is echter een vrije keuze, terwijl u er de beheerkosten bij trackers hoe dan ook moet bij nemen.
Goudmijnaandelen zijn in de regel niet geschikt voor beleggers die iets zoeken om te kopen en daarna jarenlang niet meer naar om te zien. De eerder aangehaalde rendementsverschillen op lange termijn laten weinig aan de verbeelding over. Dat wil niet zeggen dat mijnaandelen per definitie voor elk type belegger ongeschikt zijn. Voor actieve beleggers kunnen deze een interessante diversificatie zijn en wie de markt van nabij opvolgt, kan in bepaalde periodes wel degelijk een hoger rendement halen dan met fysiek goud. Maar daar is gespecialiseerde kennis, onderzoek en vooral veel ervaring voor nodig maar de gemiddelde private belegger past niet in dit plaatje.
Kopen en jarenlang laten liggen is iets wat bij fysiek goud wél kan zonder dat dit een invloed heeft op de koopkracht. Wie in goud wil beleggen en er liefst niet teveel naar omkijkt maar toch op langere termijn zijn koopkracht wil beschermen, kiest dus het best voor fysiek goud onder de vorm van munten of staven.
Tekst: Koen Lauwers