Na de financiële crisis van 2007-2008, waarbij een aantal grote financiële instellingen als Lehman Brothers omvielen, kreeg het Basel Committee on Banking Supervision de opdracht om een nieuwe set regels op te stellen wat betreft solvabiliteit en liquiditeit. Die moesten het banksysteem veiliger maken en een herhaling van de crisisperiode vermijden.

De Basel-richtlijnen werden in verschillende fases opgesteld en toegepast. Op 1 juli 2025 wordt in de Verenigde Staten de Basel III richtlijn van kracht en die heeft een niet te onderschatten impact op de goudmarkt. Tot nog toe was goud een zogenaamd Tier 3 actief waaraan een hoog risiconiveau werd toebedeeld. Banken met fysiek goud in bezit, moesten daar een ‘veilig’ onderpand tegenover zetten zoals cash of overheidsobligaties. Dat is een opportuniteitskost voor de bank, want de middelen die dienen als onderpand kunnen nergens anders worden ingezet.

Dat verandert onder Basel III want daar krijgt goud een Tier 1 status. Dat betekent dat er geen bijkomend onderpand nodig is. Goud wordt met andere woorden qua veiligheid op hetzelfde niveau als cash en overheidspapier gezet. Dit geldt niet voor zogenaamd ‘papiergoud’ onder de vorm van derivaten die niet door fysiek goudmetaal gedekt zijn. Daarvoor geldt nog steeds dat 85% van de waarde gedekt moet worden door veilig onderpand.

Er is dus voor banken geen incentive meer om papiergoud boven fysiek goud te verkiezen, wel integendeel. Die wijziging verklaart voor een deel waarom er de voorbije maanden zoveel fysiek goud in de richting van de Verenigde Staten uitkwam.

Tekst: Koen Lauwers