Na het rapport over de toestand op de Amerikaanse arbeidsmarkt begin augustus daalde de goudprijs van ongeveer 1.800 naar 1.750 dollar en zilver van 25 naar 24 dollar. Er kwamen in juli meer banen bij dan verwacht en het werkloosheidspercentage daalde sneller. Daardoor zetten de beursalgoritmes de dollar en de rente hoger en goud lager. Maar daarmee was de kous niet af.

In de nacht van zondag 8 augustus op maandag 9 augustus volgde een ‘flash crash’ die goud naar 1.677 dollar en zilver naar minder dan 23 dollar liet crashen. Dit tijdstip valt samen met de opening van de markten in Azië. Tijdens het bewuste weekend bleven de markten in Singapore en Japan uitzonderlijk dicht. De liquiditeit was op dat moment dus erg dun, wat een ideaal moment is om een ‘short raid’ te organiseren. Een bepaalde marktpartij dumpte voor 4 miljard dollar aan termijncontracten in een lege markt. Daarbij sneuvelden belangrijke technische steunniveaus waardoor automatische verkooporders in werking traden en de daling nog versterkten.

De ‘flash crash’ bij goud en zilver illustreert nog een ander risico in waar beleggers die met hefboomproducten op de prijsevolutie van edelmetalen speculeren mee te maken krijgen. Deze hefboomproducten worden door de uitgevende financiële instellingen onder verschillende merknamen in de markt gezet maar het principe is telkens hetzelfde. De onderliggende waarde is een termijncontract waarbij de uitgevende financiële instelling het grootste deel financiert en de belegger, die daarvoor uiteraard een rentevergoeding betaalt, de rest. Die beperkte inleg creëert een hefboomeffect, met als keerzijde van de medaille dat er meestal ook een stop-loss niveau is. Wanneer dat niveau wordt bereikt, zelfs al is het maar even, wordt de notering van het hefboomproduct opgeschort en blijft er nog slechts een minieme restwaarde over. Tijdens de flash crash waren alle hefboomproducten met een stop-loss boven 1.677 dollar dit lot beschoren, zelfs herstelde de prijs nadien heel snel.

Met fysiek goud stelt dit probleem zich niet. Er is geen stop-loss niveau en bezitters van gouden munten of staven hoeven zich geen zorgen te maken over tussentijdse schommelingen. Na minder dan twee weken was het effect van de flash crash alweer grotendeels teniet gedaan. Net zomin als iemand dagelijks de marktwaarde van zijn huis of een schilderij checkt is het niet nodig om dit voor fysiek goud te doen. Alles hangt samen met de reden waarom iemand in goud investeerde en vooral op welke manier.

De les die hier uit te trekken valt, is dat beleggers die voor fysiek goud kiezen als bescherming tegen het falende financiële systeem en niet als speculatieve belegging zich geen zorgen hoeven te maken. Papiergoud, onder welke vorm dan ook, verschilt in niets van andere onderliggende waarden en blijft dus risicovol. Het organiseren van flash crashes laat bepaalde marktpartijen toe om veel geld te verdienen. Om die reden zal het ook niet de laatste flash crash zijn. Wie zich al een keer verbrand heeft met hefboomproducten zal hopelijk niet geneigd zijn om dat een tweede keer toe te laten.